Tarwe
Stikstofbemesting wintertarwe (voerkwaliteit) op zand/veen
Pagina-inhoud
Algemene bemestingsrichtlijn
· Kg N/ha bij Nmin >110: | 50-120 verdeeld over twee giften: | 1e gift = 30 2e gift = 200 – Nmin; min. = 20 |
· Kg N/ha bij Nmin 40-110: | 230 – Nmin verdeeld over twee giften: | 1e gift = 140 – Nmin 2e gift = 90 |
· Kg N/ha bij Nmin 0-39: | 190 verdeeld over twee giften: | 1e gift = 100 2e gift = 90 |
NB. Dit is een landbouwkundige richtlijn. Let op de gebruiksnorm.
Opmerkingen:
- Gebruiksnorm 2015 = maximaal 160 kg N/ha
- Nmin meten in de laag 0-100 cm.
- Tijdstip 1e gift: begin uitstoeling; 1-2 spruiten per plant (DC 21-22).
- Advies 2e gift geldt voor een opbrengst van > 11 ton. Is de opbrengstverwachting < 9,5 ton, strooi dan 20 kg N/ha per ton korrelopbrengst minder.
- Tijdstip 2e gift: 1-2 knopen (DC 31-32).
- Korting op de N-gift na onderwerken van een groenbemester (goed ontwikkeld; circa 80 kg N in bovengrondse delen):
Korting op de N-gift in kg N/ha na onderwerken van een
groenbemester (goed ontwikkeld; circa 80 kg N in bovengrondse delen) | |
| |
Type
groenbemester | Onderwerken/ afsterven in de
herfst (met N-min meting in voorjaar) | Onderwerken in het voorjaar (vóór
half maart) |
Kruisbloemigen
(bladrammenas, gele mosterd, bladkool) | 0 | 40 |
Vlinderbloemigen
(klaversoorten, wikke) | 40 | 60 |
Grasachtigen
(raaigrassen, winterrogge) | 20 | 40 |
- Korting op de N-gift na onderwerken diverse oogstresten in de herfst/winter en na scheuren grasland:
Korting op de N-gift na onderwerken diverse
oogstresten in de herfst/winter en na scheuren grasland | |
| | |
Type
oogstrest | N-nawerking 1e jaar (kg/ha) | N-nawerking 2e jaar (kg/ha) |
Graan-
en korrelmaisstro | 0 | 0 |
Gewasresten
van prei, knolvenkel en rode bieten | 20 | 0 |
Gewasresten
van bloemkool, broccoli, boerenkool, sluitkolen | 30 | 0 |
Bietenblad | 30 | 0 |
Gewasresten
spruitkool | 40 | 0 |
Luzerne 1) | 75 | 65 |
Gescheurd
grasland 1) | | |
*
1-jarig | 50 | 0 |
*
2-jarig | 100 | 0 |
*
3-jarig en ouder | 100 | 30 |
1)
Bemest u op basis van een Nmin-monster, ga er dan vanuit dat circa 1/3 van de
bemestende waarde tot uiting in een hogere Nmin-voorraad in het voorjaar
terwijl 2/3 gedurende het groeiseizoen tot beschikking komt voor het gewas. |
Bron: Commissie Bemesting Akkerbouw/Vollegrondsgroenteteelt, Wageningen UR, OCI
Tarwe;Veen;Zand;N Stikstof;