Deel

Strooien

Strooibeeld

De combinatie van de strooier en de gebruikte meststof bepaalt het strooibeeld.
De verschillen in kwaliteit van meststoffen leveren verschillende strooibeelden op. Er kunnen twee strooiprofielen van elkaar worden onderscheiden, namelijk het driehoekig en het trapezium strooiprofiel.
Bij optimale condities kan met zowel een driehoekig als een trapeziumvormig strooiprofiel een goed strooibeeld gerealiseerd worden.
Echter de strooiprofielen verschillen in gevoeligheid voor wind- en weersinvloed en bedieningsfouten. Een trapeziumvormig strooibeeld is in theorie gevoeliger voor fouten dan een driehoekig profiel. Dit komt doordat er bij een trapeziumvormig strooibeeld minder overlap ontstaat.

Ook de werkbreedte van een strooier heeft een grote invloed op het strooiprofiel. In feite bepaalt de werkbreedte het strooiprofiel. Bij een werkbreedte van circa 30 meter is er sprake van een driehoekig strooiprofiel. In deze situatie is de variatiecoëfficiënt het kleinst. Zelfs bij een afwijking van enkele meters wordt de variatiecoëfficiënt niet groter dan 5%. De variatiecoëfficiënt geeft hierbij de verdeelnauwkeurigheid aan van de korrels bij het strooien van minerale meststoffen. Een driehoekig strooibeeld is vaak nauwkeuriger, doordat er een grotere overlap is dan bij een trapeziumvormig strooibeeld. Bij een werkgrootte vanaf 30 meter wordt een trapeziumvormig strooiprofiel gevormd.
Een pneumatische strooier vormt een rechthoekig strooibeeld zonder overlap. Daarom kan met deze strooier heel nauwkeurig worden gestrooid.

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron
Smits, Strooien over het gewas vergt precisie, 2008.
Kverneland Group, 2014.

Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting
  •  *
  •  *
  •  *
Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting